Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Die mannen nu jaagden hen na op den weg van de Jordaan, tot aan de [8]veren; en men sloot de [9]poort toe, nadat zij uitgegaan waren, die hen najaagden. 8. Versta hier, het veer of veren, waar men over de Jordaan pleegt te varen; opdat men hen daar niet zou overlaten. 9. Te weten, de stadspoort, opdat die verspieders, indien zij nog in de stad waren, niet zouden kunnen ontkomen.